<div><h1>Korte berichten</h1></div>
<br></br>
<br></br>
<div style="display: flex;">
<div style="max-width: 50%;margin-right: 10px;">
<img src="https://assets-eu-01.kc-usercontent.com/038f62c6-a9db-011d-5dd6-636b63f77cc7/c34881c5-29b9-4cac-bcab-d885ad3cd62c/Item1_Klimaat%20kuiken.png" style="width:50%"><br>
<br></br>
</div>
<div style="margin-right: 10px; max-width:50%">
<p style="font-size: 17px; "><strong>De invloed van het weer op de darmgezondheid van vleeskuikens</strong></p>
<p>Een vleeskuiken heeft dankzij de moderne en nauwkeurige regeling van het stalklimaat toch niets van doen met de weersomstandigheden? Toch wel. In een speciaal webinar hebben we aandacht besteed aan de invloed van het weer op de (darm-)gezondheid.</p>
<br></br>
<button id="content" style="margin-top:-30px;" onclick="myFunction()">lees meer</button>
<button id="content" style="margin-top:-30px;" target="_blank" onclick="window.open(
'https://www.youtube.com/embed/sO2Wevw6p_o',
'_blank' );" >bekijk het webinar</button>
</div>
</div>
<style>
div.ex1 {
background-color: white;
width: 1000px;
height: 300px;
overflow: scroll;
border: 1px double;
}
</style>
<div id="myDIV" class="ex1" style="display:none" ><p><b>Pluimveebedrijf voorbereiden op toename hittestress problemen</b></p>
<p>Door klimaatverandering krijgen we in Nederland te maken met hogere temperaturen. Wat kun je je als pluimveehouder doen om hittestress te voorkomen? Lees verder.</p>
<p>De verandering van het buitenklimaat heeft ook gevolgen voor de pluimveehouder. Dat werd duidelijk tijdens een speciaal webinar dat Elanco organiseerde rondom dit thema. Henk Rodenboog, zoötechnisch en internationaal pluimveespecialist bij De Heus Animal Nutrition vertelde wat je als pluimveehouder kunt doen tegen de steeds extremere weersomstandigheden. Maatregelen kunnen zijn gericht op de dieren, de omgeving van de stal en het klimaat in de stal.</p>
<p><b>Dieren voorbereiden</b></p>
<p>Volgens Rodenboog kun je dieren voorbereiden op hete periodes. Uit onderzoek blijkt dat wanneer je kuikens op een leeftijd van 6 – 7 dagen een warmteprikkel geeft ze ‘hittestress-eiwitten’ ontwikkelen. Daarmee zijn de kuikens op het einde van de ronde beter bestand tegen hoge temperaturen en treedt minder snel hittestress op. “Je kunt de dieren op deze manier als het ware programmeren. Beschermen tegen hittestress is een kwestie van vooruit kijken. In dit geval zelfs vier weken vooruit”, aldus Rodenboog.</p>
<p><b>Comforttemperatuur verhogen</b></p>
<p>Iets minder ver vooruitplannen vraagt het verhogen van de comforttemperatuur. Over het algemeen hanteren we een temperatuurrange van 20<sup>o</sup>C tot 28<sup>o</sup>C waarin het kuiken zich comfortabel voelt. “Een kip is echter flexibel”, stelt Rodenboog. Als er hete dagen in het vooruitzicht zijn, kun je de minimumtemperatuur wel 2 graden hoger aanhouden. Als regel geldt dat je maximaal 1 graad per dag kunt verschuiven. Dat houdt in dat je dit wel een paar dagen vooruit moet plannen, maar zo kun je het hittestressmoment verschuiven van 28 naar 30 graden.
Dit kun je handmatig doen als zich een hete periode aandient of door de temperatuurcurve in het voorjaar aan te passen. “Standaard een hoger minimumtemperatuur aanhouden heeft als nadeel dat je in een koud voorjaar mogelijk wat extra moet stoken”, aldus Rodenboog.
</p>
<p><b>Zorgen voor een koele stal</b></p>
<p>De stal en de stalomgeving hebben impact op het ontstaan van hittestress. Zo helpen oversteken voor extra schaduw bij de inlaatkleppen en geven bomen schaduw en verdamping (koeling). Rodenboog wijst pluimveehouders ervoor te waken dat er een ‘jungle’ rondom de stal ontstaat. “Hierin kan zich ongedierte verschuilen en verhoogt het risico op salmonella en AI.” Goede mogelijkheden zijn er volgens hem door de stallen en de luchtinlaat aan de buitenkant met watergordijn of nevel van grondwater te koelen. Volgens zijn berekening levert dat bij een buitentemperatuur van 32<sup>o</sup>C en RV van 49 procent een potentiele koeling van 8,3<sup>o</sup>C. Verder helpt goed isoleren om de hoge piektemperatuur buiten de stal te houden.</p>
<p><b>Ventilatiecapaciteit</b></p>
<p>Door lucht te verplaatsen (ventilatie) is het mogelijk om warmte van de kip af te voeren. Een luchtstroom 1 m/s geeft een gevoelswaarde temperatuurdaling van 3<sup>o</sup>C. Als de omgevingstemperatuur 32<sup>o</sup>C is ervaren vleeskuikens dat bij deze luchtstroom als een gevoelstemperatuur van 29<sup>o</sup>C. Volgens Rodenboog is het daarom belangrijk om voor voldoende ventilatiecapaciteit te zorgen. </p>
</div>
<br></br>
<div style="display: flex;">
<div style="max-width: 50%;margin-right: 10px;">
<img src="https://assets-eu-01.kc-usercontent.com/038f62c6-a9db-011d-5dd6-636b63f77cc7/47c64f98-86f5-4181-ba51-9a7fc3a983d3/Item2_Philippe%20Gelaude.jpg" style="width:80%"><br>
<br></br>
</div>
<div style="margin-right: 10px; max-width:50%">
<p style="font-size: 17px; "><strong>Pluimveedierenarts Philippe Gelaude over coccidiose in vijf vragen</strong></p>
<p>We vroegen pluimveedierenarts Philippe Gelaude, bij Elanco gefocust op darmgezondheid bij pluimvee, waarom we vleeskuikens moeten beschermen tegen coccidose, hoe we schade kunnen voorkomen en wat de beste aanpak is. De belangrijkste aandoening bij vleeskuikens in 5 vragen en antwoorden samengevat.</p>
<br></br>
<button id="content" style="margin-top:-30px;" onclick="myFunctionone()">lees meer</button>
</div>
</div>
<br></br>
<br></br>
<div id="myDIVone" class="ex1" style="display:none" >
<p><b>Coccidiose in vogelvlucht: de belangrijkste aandoening bij vleeskuikens in vijf vragen </b></p>
<p>Darmproblemen zijn veruit de meest voorkomende problemen bij vleeskuikens. Diverse studies tonen aan dat continue beheersing van coccidiose noodzakelijk is om zowel de darmproblemen als de hieruit voortvloeiende inzet van antibiotica te voorkomen. We vroegen pluimveedierenarts Philippe Gelaude, bij Elanco gefocust op darmgezondheid bij pluimvee, hoe vleeskuikens te beschermen tegen coccidiose en schade te voorkomen. Zo is de belangrijkste aandoening bij bij vleeskuikens in 5 vragen en antwoorden samengevat.</p>
<p><b>Stressvoller kuiken vraagt regelmaat</b></p>
<p><b>1.Wat is coccidiose en waarom is het een voortdurende bedreiging?</b></p>
<p><b>2.Wat zijn kritische perioden en wanneer levert coccidiose problemen op?</b></p>
<p><b>3.Wat is de impact en schade van coccidiose op mijn bedrijf?</b></p>
<p><b>4.Hoe herken ik coccidiose op mijn bedrijf?</b></p>
<p><b>5.Hoe kan ik mijn kuikens tegen coccidiose beschermen?</b></p>
<p><b>1.Wat is coccidiose en waarom is het een voortdurende bedreiging?</b></p>
<p><b>Wat is coccidiose, kun je dit beknopt beschrijven?</b></p>
<p>Coccidiose is een aandoening die veroorzaakt wordt door een parasiet Eimeria en men spreekt van coccidiose wanneer er aan twee voorwaarden voldaan is. Ten eerste: de aanwezigheid van bepaalde types van Eimeria in de kip die de darmgezondheid ernstig schaden. Ten tweede moeten deze Eimeria spp. in voldoende grote aantallen aanwezig zijn</p>
<p>Eimeria spp. worden door enkele zaken gekenmerkt:</p>
<p> • Alom aanwezig: er is geen enkele koppel vleeskuikens waarbij geen Eimeria spp. voorkomen tijdens de productieronde. Een beperkte aanwezigheid van Eimeria spp. hoeft echter niet altijd te leiden tot grote problemen, mits de aanpak goed is.</p>
<p>• Eimeria spp. zijn diersoort specifiek. Dit houdt in dat de types van Eimeria die we aantreffen bij kippen niet voorkomen bij ander pluimvee zoals kalkoenen.</p>
<p>• Bij kippen zijn 7 soorten van belang, waarvan E. maxima, E. tenella en E. acervulina bij het reguliere vleeskuiken de bekendste zijn. Elk type valt een specifieke plaats van het darmstelsel aan en resulteert in meer of minder weefselschade.</p>
<p>• Een volledige ontwikkelingscyclus duurt ongeveer één week; per ronde zijn dus meerdere cycli mogelijk. Tevens leidt de opname van 1 gesporuleerde oöcyste tot honderdduizenden nakomelingen. De coccidiosedruk loopt dus al snel op na de start van de ronde. Een ontwikkelingscyclus van de parasiet speelt zich vooral af in de kip, maar ook deels buiten de kip. Een goede preventie richt zich op beide delen.</p>
<p><b>Verloop coccidioselaesies gedurende de ronde bij Ross 308 vleeskuikens</b> (HTSi data Benelux region 2017-2019, Elanco, informatie beschikbaar)</p>
<img src="https://assets-eu-01.kc-usercontent.com/038f62c6-a9db-011d-5dd6-636b63f77cc7/c1326eee-c9a0-47af-9b05-2003586535ff/graph.png">
<p><b>Waarom is coccidiose steeds een latent gevaar, ook als ik mijn stallen zeer grondig reinig en ontsmet?</b></p>
<p>Het probleem bij coccidiose is dat slechts enkele gesporuleerde oöcysten al snel resulteren in honderdduizenden oöcysten na één ontwikkelingscyclus. Opname van een beperkte hoeveelheid oöcysten kan dus al snel leiden tot een situatie die moeilijker te controleren is en impact heeft op de technische resultaten. Bovendien wil het niet zeggen dat in een stal die visueel schoon is, er geen oöcysten aanwezig zijn. Oöcysten zijn niet met het blote oog te zien.</p>
<p>De gesporuleerde oöcysten of infectieuze eitjes van de parasiet zijn zeer resistent. Er zijn slechts weinig ontsmettingsmiddelen die in staat zijn deze oöcysten effectief af te doden. De meeste producten die een werkzaamheid hiertegen hebben, zijn echter vrij agressief en kunnen de stalinrichting aantasten, denk hierbij aan het gebruik van ongebluste kalk of het branden van de vloer.</p>
<p>De nadruk tussen rondes ligt dan ook het meest op de voorafgaande reiniging. Wil je de ronde starten met een zo laag mogelijk druk dan is belangrijk het vuil goed te laten inweken, te ontvetten en vervolgens veel water te gebruiken. Dit om zoveel mogelijk oöcysten weg te spoelen.</p>
<p>Hou er ook rekening mee dat een stal met weinig kieren of scheuren en glad beton veel beter te reinigen is en zal resulteren in een lagere druk bij opzet van de nieuwe ronde. Hierdoor is de coccidiosedruk beter te controleren met goed management en inzet van coccidiostatica. Preventie van coccidiose start dus nog voor de kuikens zijn opgezet.</p>
<p><b>2. Wat zijn kritische perioden en wanneer levert coccidiose problemen op?</b></p>
<p><b>Verloop coccidioselaesies gedurende de ronde bij Ross 308 vleeskuikens</b> (HTSi data Benelux region 2017-2019, Elanco, informatie beschikbaar)</p>
<img src="https://assets-eu-01.kc-usercontent.com/038f62c6-a9db-011d-5dd6-636b63f77cc7/c1326eee-c9a0-47af-9b05-2003586535ff/graph.png">
<p><b>Wat zijn de kritische leeftijden voor coccidiose bij vleeskuikens?</b></p>
<p>Velddata die door Elanco van 2017 tot 2019 in de Benelux werden verzameld toont aan dat er een onderscheid kan worden gemaakt tussen reguliere vleeskuikens en trager groeiende kuikens.
Zowel bij reguliere als trager groeiende vleeskuikens kan men vaststellen dat coccidiose de hele productiecyclus voorkomt, maar de dynamiek is anders. Terwijl bij reguliere vleeskuikens de piek wordt vastgesteld tijdens de 3e – 4e week is deze bij traaggroeiers iets later, meer afgevlakt en over een langere periode gespreid. De periode tijdens de 3e - 4e week wordt als meest kritisch beschouwd, omdat deze vaak samenvalt met andere stressfactoren zoals voerwisselingen en eventuele entreactie, waardoor coccidiose gemakkelijker de bovenhand krijgt. Ook al is deze periode de meest kritische, toch zijn er enkele zaken waar je rekening mee moet houden:
</p>
<p>• Immuniteit is type specifiek</p>
<p>Wanneer een kip immuniteit heeft opgebouwd tegen E. acervulina is ze nog steeds vatbaar voor E. maxima of E. tenella. Gedurende éénzelfde productiecyclus kan dezelfde kip dus verschillende keren besmet worden.</p>
<p>• Onbeschermd voer aan het eind van de ronde</p>
<p>Veel dieren krijgen als laatste voer, een voer zonder coccidiostatica. Op basis van veldgegevens ziet men echter dat hierdoor in die laatste dagen de coccidiosedruk stijgt en voornamelijk door E. maxima bij het reguliere vleeskuiken.</p>
<p>Elk moment is dus kritisch. De focus op preventie en management van coccidiostatica is gedurende heel de productiecyclus van belang. Alleen op deze manier kun je goede intestinale integriteit bekomen wat leidt tot betere technische resultaten. </p>
<p><b>Is het gevaar voor het aanslaan van coccidiose-infecties groter in periodes met entingen?</b></p>
<p>Meerdere stressfactoren tegelijk kunnen ervoor zorgen dat het kuiken het iets moeilijker heeft met coccidiose. Dergelijke stressfactoren kunnen entreacties zijn, maar ook zaken als voerwisselingen, een ongunstig stalklimaat of een storing in het voersysteem. Een enting kan een puzzelstukje vormen in het hele verhaal, echter is de meerwaarde van enten tegen andere ziektes groter dan de eventuele entreactie. Men moet vooral voorkomen dat alles samenvalt in deze kritische periode. Het verlengen van de periode met gepotentieerde ionoforen tot voorbij de piek van coccidiose kan meehelpen om coccidiose beter te onderdrukken. </p>
<p><b>3. Wat is de impact en schade van coccidiose op mijn bedrijf?</b></p>
<p><b>Dus coccidiose, zelfs bij weinig klinische verschijnselen, kost mij als pluimveehouder geld?</b></p>
<p>Ja inderdaad en het venijn zit vooral in de subklinische coccidiose. Zo zal coccidiose resulteren in een verhoogde voederconversie (VC) wat de productiekosten aanzienlijk verhoogt zonder dat men dit altijd opmerkt. In een recente studie (VK 2020) werd aangehaald dat in Europa coccidiose kan resulteren in + 5 punten voederconversie en een verminderd eindgewicht van 70 gram. Wanneer men daarbij ook de verhoogde uitval bijtelt dan komt men al gauw op 10 eurocent verlies per opgezet kuiken.</p>
<p>Daarnaast is coccidiose ook vaak de aanzet tot de ontwikkeling van dysbacteriose die veroorzaakt wordt door Cl. perfringens. Een uitgebreide enquête die werd afgenomen in 2015 toonde aan dat de kosten van laatstgenoemde ziekte kan oplopen tot een extra 5 eurocent verlies per kuiken.
Het is dan ook cruciaal dat in de huidige marktomstandigheden men blijft inzetten op een goede strategie om het effect van coccidiose op het kuiken te beperken.</p>
<p><b>4. Hoe herken ik coccidiose op mijn bedrijf?</b></p>
<p><b>Hoe kun je als pluimveehouder vaststellen dat je een coccidiose probleem hebt?</b></p>
<p>Coccidiose kan zich op twee manieren uiten. Bij klinische coccidiose kan er sterfte optreden, terwijl bij subklinische coccidiose de effecten vooral naar voren komen in de technische resultaten.
Aangezien coccidiose de darmen aantast kan men in de stal afwijkingen zien van de mest en verminderde strooiselkwaliteit Afwijkende mest kun je onder andere herkennen aan slijmbijmenging, voerkleurige mest, grote hoeveelheden onverteerd voer en bloedbijmenging bij de caecale mest (blindedarm mest). Vooral dit laatste is een duidelijk teken van coccidiose en meer specifiek voor E.tenella.</p>
<p>Houd er rekening mee dat verminderde strooiselkwaliteit niet altijd het gevolg is van coccidiose. Zo kan dit onder andere ook ontstaan bij suboptimale ventilatie, condens en lekkende nippels. Daarnaast zijn afwijkingen van de mest ook mogelijk door andere infectieuze aandoeningen.</p>
<p>Wil je een goed beeld hebben van wat er gebeurt in de stal? Neem dan contact op met uw dierenarts voor het uitvoeren van secties. Hierdoor kan er nagegaan worden wat de onderliggende reden is van verminderde strooiselkwaliteit of afwijkingen in de mest. Een verminderde darmgezondheid kan één van de oorzaken zijn.</p>
<p><b>Geven OPG's een goed inzicht in de infectiedruk op mijn bedrijf?</b></p>
<p>Bij een OPG telt men het aantal oöcysten per gram mest. Dit kan jou een idee geven van de infectiedruk en is interessant om op te volgen in de tijd. Het is belangrijk om de volgende zaken te beseffen:</p>
<p>• Het is een momentopname en het resultaat is afhankelijk van de manier waarop het monster is genomen. Zijn er genoeg monsters genomen in de stal? Enkel verse mest? Mooi verdeeld over de stal?</p>
<p>• Wanneer geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende types coccidiose aan de hand van de oöcysten is een OPG moeilijk te interpreteren. Sommige types zijn schadelijker dan andere. Daarnaast is het onderscheiden van de verschillende types oöcysten niet eenvoudig en gevoelig voor fouten.</p>
<p>Een OPG zegt je iets over de aan- of afwezigheid van Eimeria spp., maar niets over de reden waarom een hoog aantal wordt gevonden. Wanneer je een OPG laat uitvoeren, kun je dit het beste combineren met een sectie door je dierenarts om een actueel beeld te hebben van de werkelijke druk.</p>
<p><b>5. Hoe kan ik mijn kuikens tegen coccidiose beschermen?</b></p>
<p><b>In het voer zit een coccidiostaticum, is dit altijd nodig om coccidiose te vermijden?</b></p>
<p>Het gebruik van een anticoccidiostaticum in het voer vormt inderdaad een belangrijk onderdeel in de preventie van coccidiose. Daarnaast moet ook voldoende aandacht worden besteed aan het management. De ontwikkeling van de parasiet gebeurt namelijk deels in het dier, maar ook buiten het dier. Het is in de omgeving dat de uitgescheiden eitjes infectieus worden. </p>
<p>Coccidiostatica zoals ionoforen, bijvoorbeeld narasin, al dan niet gecombineerd met nicarbazine hebben als doel om de coccidiosedruk sterk te verminderen en zo darmschade te beperken. De coccidiostatica hebben ook een effect op de ontwikkeling van de coccidiën in het dier. Ionoforen richten zich op het afdoden van de coccidiën in het darmlumen voordat ze darmcellen binnendringen en schade veroorzaken. Echter zullen nooit alle coccidiën worden afgedood door ionoforen. Dit is van belang omdat op deze manier het kuiken ook immuniteit kan ontwikkelen. Een goed coccidiostaticum uit zich in een goede onderdrukking van de parasiet en laat immuniteitsontwikkeling toe. Daarnaast moet het een coccidiostaticum ook goed verdragen, remming van voer- of wateropname is niet gewenst. </p>
<p><b>Dus ook management is van belang in de bestrijding van coccidiose?</b></p>
<p>Ja, absoluut. Terwijl coccidiostatica inwerken op de parasiet in het dieren, heeft de veehouder impact op ontwikkeling van de parasiet in de omgeving. Onder invloed van zuurstof, voldoende hoge temperatuur en vocht zullen de uitgescheiden oöcysten infectieus worden. Als veehouder heb je voornamelijk invloed op vocht. Hoe droger het strooisel hoe moeilijker het voor de oöcysten is om infectieus te worden; je remt de ontwikkeling af. Voldoende aandacht met betrekking tot het klimaat, waterlijnen, type strooisel, enzovoort zijn dus eveneens van groot belang in de bestrijding van coccidiose. </p>
<p><b>Is vaccineren tegen coccidiose een betere optie?</b></p>
<p>Het is goed dat vaccins bestaan, hierdoor vergroot het portfolio waaruit je kunt kiezen voor de aanpak van coccidiose. Het is wel zo dat vaccins pas immuniteit opwekken enkele weken na de toediening, terwijl coccidiostatica in het voer al vanaf dag één hun werk verrichten. Daarnaast zien we in de praktijk bij traaggroeiers, zoals in de biologische sector, waarbij coccidiosevaccins standaard worden gebruikt, meer necrotische enteritis. Bij het reguliere vleeskuiken waar standaard coccidiostatica worden gebruikt, komt necrotische enteritis vrijwel niet voor. Mogelijk spelen ook andere factoren hier een rol.</p>
<p>Kiest men toch voor vaccinatie tegen coccidiose, houd dan rekening met het volgende:</p>
<p>• De bescherming is slechts zo goed als dat de vaccinatie wordt uitgevoerd. Fouten tijdens vaccinatie kunnen leiden tot een minder goede bescherming, terwijl coccidiostatica een continue bescherming geven.</p>
<p>• Tijdens de ronde mogen geen coccidiostatica in het voer zitten omdat deze anders het vaccin gaan afdoden.</p>
<p>• Voor en ook na het vaccineren mag men gedurende een bepaalde periode geen middelen toedienen die het vaccin kunnen afdoden, zoals sulfonamiden of andere antibacteriële middelen die een negatief effect kunnen hebben op het vaccin.</p>
<p><b>Ik voer volle tarwe bij vanaf zo'n 10 dagen leeftijd. Levert dat extra risico op?</b></p>
<p>Op basis van de voorgeschreven tarwe inmenging zal het gehalte aan coccidiostatica in het kernvoer worden bepaald. Zolang men zich houdt aan de voorgeschreven dosering en de tarwe correct wordt ingemengd, zullen de kuikens een juiste dosis coccidiostatica krijgen en dus goed worden beschermd. Wanneer men meer tarwe gaat inmengen dan voorgeschreven, dan zal het coccidiostaticum te sterk worden verdund, waardoor er een minder goede bescherming is van de dieren. Dit is iets wat men niet wil.</p>
<p>Let ook op de bewaaromstandigheden van tarwe. Ongunstige omstandigheden kan leiden tot schimmelvorming waarbij mycotoxines het immuunsysteem mogelijk onderdrukken. Dit kan als gevolg hebben dat er minder goed immuniteit wordt opgebouwd tegen coccidiose.</p>
</div>
<div style="display: flex;">
<div style="max-width: 50%;margin-right: 10px;">
<img src="https://assets-eu-01.kc-usercontent.com/038f62c6-a9db-011d-5dd6-636b63f77cc7/6aa7feeb-f2dc-4f00-9a48-a1db46461aa5/Item3_Berri Meijerink.jpg" style="width:80%"><br>
<br></br>
</div>
<div style="margin-right: 10px; max-width:50%">
<p style="font-size: 17px; "><strong>Langzamer groeiende kuikens vragen eigen coccididosebanadering</strong></p>
<p>Bij langzamer groeiende kuikens zijn darmstoornissen soms minder goed zichtbaar. Een extra reden om te kiezen voor een goed anti-coccidioseschema. Dat is ook de ervaring van vleeskuikenhouder Berri Meijerink in Lochem. Zo lukt het hem om te zorgen voor een voorspelbare en ongestoorde groei.</p>
<br></br>
<form action="https://assets-eu-01.kc-usercontent.com/038f62c6-a9db-011d-5dd6-636b63f77cc7/f4bb94be-ebf5-4557-a055-f3c99386ef96/Link item3_Ervaringen Berri Meijerink.pdf" method="get" target="_blank">
<button type="submit">lees meer</button>
</form>
</div>
</div>
<div style="display: flex;">
<div style="max-width: 50%;margin-right: 10px;">
<img src="https://assets-eu-01.kc-usercontent.com/038f62c6-a9db-011d-5dd6-636b63f77cc7/ce6a8a89-25d9-4645-88ed-f1dcfbeb3475/Item 4_Ellis in stal.jpg" style="width:80%"><br>
<br></br>
</div>
<div style="margin-right: 10px; max-width:50%">
<p style="font-size: 17px; "><strong>Roteren niet nodig bij anticoxschema Maxiban ® en Monteban ® </strong></p>
<p>Veel vleeskuikenhouders denken dat het regelmatig veranderen van het coccidioseprogramma belangrijk is om resistentie te voorkomen. In werkelijkheid is dat zeker niet altijd het geval en kan het zelfs nadelig uitpakken. Philippe Gelaude, technisch consultant pluimvee, vertelt waarom vleeskuikenhouders beter kunnen vasthouden aan een anti-coccidioseschema met Maxiban ® en Monteban ®.</p>
<br></br>
<form action="https://assets-eu-01.kc-usercontent.com/038f62c6-a9db-011d-5dd6-636b63f77cc7/8d86ae86-ac26-4ba9-9bf0-ef2a98ca6c40/Link item 4_ Artikel Pluimveekrant zin en onzin van roteren FINAL.pdf" method="get" target="_blank">
<button type="submit">lees meer</button>
</form>
</div>
</div>
<div style="display: flex;">
<div style="max-width: 50%;margin-right: 10px;">
<img src="https://assets-eu-01.kc-usercontent.com/038f62c6-a9db-011d-5dd6-636b63f77cc7/d0d95abf-6d44-43d0-a979-936a930b9732/Item5_afknijpen of resorptie.jpg" style="width:80%"><br>
<br></br>
</div>
<div style="margin-right: 10px; max-width:50%">
<p style="font-size: 17px; "><strong>Wat is jouw strategie voor droge stallen? </strong></p>
<p>Narasin en monensin hebben allebei een positief effect op droger strooisel. Narasin doet dat door het ondersteunen van de darmgezondheid. Monensin door te knijpen op de wateropname. Lees wat dit betekent voor jouw bedrijf.</p>
<br></br>
<form action="https://assets-eu-01.kc-usercontent.com/038f62c6-a9db-011d-5dd6-636b63f77cc7/b2c70d16-9c93-4355-8659-0f4eee5b1dc1/Link%20item%205_PM-BE-20-0389%20-%20narasin%20vs%20monensin.pdf" method="get" target="_blank">
<button type="submit">lees meer</button>
</form>
</div>
</div>
<div ><h3 style=" font-size: 37px;
font-weight: 100;
color: black">Maxiban</h3></div>
# Voorkom schade door coccidiose
<a href="https://assets-eu-01.kc-usercontent.com/038f62c6-a9db-011d-5dd6-636b63f77cc7/2e102290-ffd6-47cf-90cc-2bacb7f3f521/Mockup_PDF.pdf" style="display: none;">ddd</a><p>Coccidiose is een van de grootste schadeposten voor de commerciële pluimveehouderij. De jaarlijkse schade, direct en indirect, wordt wereldwijd geschat op ongeveer 2 miljard euro<sup>1</sup>. In West-Europa kost een verminderde darmgezondheid ongeveer 10 cent per kuiken<sup>1,2</sup>, ongeveer 5 cent door coccidiose en 5 cent door bacteriële enteritis. Met een goed anti-coccidioseschema kunt u de kuikens daar tegen beschermen.</p>
<p>Het Health Tracking System (HTSi) volgt al meer dan 25 jaar de darmgezondheid op vleeskuikenbedrijven. Sinds 2012 gebeurt dat ook op vleeskuikenbedrijven in België en Nederland. Dit resulteert in een scherp inzicht in variabelen die impact hebben op de darmgezondheid. HTSi is bij uitstek geschikt om de effectiviteit van managementmaatregelen en de ‘return on investment’ van verschillende anti-coccidioseprogramma’s te evalueren.</